Koken

 

Tuinbonen zijn de zaden van een vrij grote, viltachtige peul. Deze peulen kun je vers kopen. Dat kunnen wel bonen van veertig cm lang zijn! Nederlandse tuinboontjes in de peul zijn maar een week of zes verkrijgbaar, van half juni tot augustus. Een echte zomergroente dus. Zie je ze al eerder in de winkel liggen, dan komen ze waarschijnlijk uit Zuid Europa. Let er bij het kopen op dat de ze een beetje glanzen en niet slap aanvoelen. Per persoon heb je ongeveer 750 gram peulen nodig voor een maaltje van 250 gram tuinbonen. Dat is dus wel even een tas vol. Maar laat je daar niet door afschrikken, het schoonmaken, de peulen dus schillen, is echt een peulenschil én de moeite waard!

 

Jonge tuinboontjes zijn het lekkerst. Die zijn wat kleiner en hebben een zachte, volle smaak en zijn lekker mals. Hoe later in het seizoen, hoe groter de bonen in de peulen. Deze zijn vaak wel wat taaier kunnen iets bitter zijn. Was je net te laat voor verse tuinbonen uit het seizoen? In de supermarkt kun je ze ook in het vriesvak vinden of in een potje bij de conserven. Tuinbonen hebben nogal wat bijnamen, zo worden ze ook wel 'dikke duimen', ‘boerentenen’ of in Brabant, 'boeren boxen'. Iets chiquer klinkt pronkbonen.

 

Doordat voornamelijk die grotere bonen een beetje bitter kunnen zijn, denken sommige mensen dat ze niet van tuinbonen houden. Maar de bittere smaak verdwijnt als je het grijsgroene velletje van de bonen afhaalt. Ook wel dubbeldoppen genoemd. Want je haalt het peultje eerst uit de peul en dan haal je ook het vliesje er nog vanaf. Dat laatste doe je op deze manier het makkelijkst: kook de gedopte boontjes 3 minuten in ruim kokend water met een beetje zout en laat ze even uitlekken. Vervolgens maak je met je nagel een klein scheurtje in het vliesje en druk je het boontje zo uit het vliesje. Kook ze daarna nog 5 minuten verder tot ze gaar zijn.

 

Ken je bonenkruid? Dat schijnt er echt bij te horen. Het heeft groene langwerpige blaadjes die een peperige en kruidige smaak hebben. Het smaakt een beetje naar een combinatie van munt en tijm. Andere kruiden die goed bij tuinboontjes passen zijn basilicum, salie, munt en oregano. Lekkere groenten erbij zijn bijvoorbeeld doperwtjes, worteltjes, komkommer of radijs. Of sprenkel er wat citroenrasp over of geiten- of Parmezaanse kaas. Vroeger aten de mensen tuinbonen vaak met blokjes ham of spekjes erdoor. Maar een gekookt eitje, witte rijst en/of een lekker groentesausje smaakt er ook heerlijk bij. Heel veelzijdig dus. Probeer eens één van deze drie recepten!